KAMPIOENSCHAP
KAMPIOENSCHAP
In Oostkamp, bij Brugge, werd gisteren het eerste deel van het MCLB-seizoen afgesloten, waarvoor negentien sidecars kwamen opdagen. Ei zo na kregen we nog een nieuwe naam op de lijst met overwinnaars 2025, maar daar staken Bert Soetaert en Loîd Bekaert in extremis een stokje voor. De eerste manche werd in een millimeterspurt gewonnen door Soetaert en Bekaert voor Yens Delmotte en Joey Valcke. Joeri van Malderen , die opnieuw een beroep kon doen op zijn vaste maatje Toni Kramar bemoeide zich ook met de strijd voorin, maar nadat beiden even tot stilstand kwamen, was een derde plek het hoogst haalbare. Colleen van Troys was de winnares in de superspannende B-categorie, en stoof over de finish met de broers van der Voorden, Merreel-van Mol en Verstraete-Hoste aan haar achterwiel. In de herneming lieten Van Malderen en Kramar er geen gras over groeien en fietsten gezwind naar de manchezege. Dàt volstond echter net niet voor de dagzege. Tweede mannen Soetaert en Bekaert wisten op plek twee de kloof precies klein genoeg te houden om met evenveel punten als van Malderen, met de dagzege aan de haal te gaan.
In Letland wordt er op zaterdag al gezijspancrosst dit weekend. In Ape, vlakbij de Ests-Letse grens wordt er gestreden om de punten om het Lets kampioenschap. De broers Lielbardis zijn een maatje te groot in eigen land en voeren er uiteraard de tussenstand aan. Zelfde scenario in Frankrijk waar de Prunier-broers geen tegenstand dulden en ook zondag als grote favorieten starten in de vierde race om de nationale titel in Gravenchon, tussen Le Havre en Rouen, in het mooie Franse Normandië. Ook in het Italiaans kampioenschap zijspancross is het een broederpaar die er de les spelt. De broers Ivo en Ivan Lasagne zijn er untouchable, en starten zondag als favorieten in het Noord-Italiaanse Cremona, waar menig Europees zijspancrosser er ’s winters al es zijn traininingsrondjes kwam afmalen.
In het Zwitserse Hünikon (circuit gelegen in 8514 Amlikon-Bissegg) wordt er zondag gezijspancrosst om de nationale kampioenschapspunten. De sidecars rijden er hun eerste manche al om twintig voor elf in de voormiddag, Om twee uur ’s middags wordt de tweede en beslissende reeks al gereden.
In eigen land zijn de zijspancrossers te gast in het Westvlaamse Oostkamp.
Ook op zondag onderzocht onze fotograaf Braïn opnieuw elk hoekje en kantje van het circuit in Kramolin. Door de lens van zijn onverwoestbare Nikon wist hij opnieuw alles haarscherp vast te leggen. Hoe Hermans en van den Bogaart er bijvoorbeeld in beide manches – ondanks geen perfecte starts en wat oponthoud onderweg - met kop en schouders bovenuit staken. Hoe de broers Prunier en wereldkampioenen Vanluchene-Musset al meteen op achtervolgen aangewezen zijn. Hoe de Lielbardis broers al meteen nog méér op achtervolgen aangewezen zijn. Hoe Prümmer-Steegmans, vooral in de eerste reeks , hun woordje kwamen meespreken met de vier titelkandidaten. Hoe in reeks twee Benjamin Weiss en Patrick Schneider - compleet out of the blue – de vier titelkandidaten de maximumscore afhandig maakten en de race van start tot finish aanvoerden. Het was overigens eenendertig (!) jaar geleden – 1994 , Karl Fussenegger & Josef Meusburger - dat een Oostenrijks team er nog es in slaagde om een Grand Prix manche te winnen. De vreugde uitbarsting na afloop was dan ook navenant. Extra fotogalerij, by Braïn , bij de gele knop ‘Lees meer’.
Met twintig teams aan de start, hadden ze in Wontergem alvast opnieuw niet te klagen qua opkomst van onze nationale sidecaristen. Na twee weken onderbreking waren Yens Delmotte en Joey Valcke opnieuw herenigd, en dat hebben de concurrenten gemerkt, want Delmotte en Valcke zwaaiden al meteen weer met de zegebloemen op zondagavond. Heel even leek het doorgaan van deze race onzeker, toen het jeugdprogramma op zaterdag diende gestopt te worden wegens té veel stof. De mannen van MC Kweetetnie schoten meteen in actie, gingen de ganse nacht door met de sproeiwerken, en op zondag konden de MCLB-wedstrijden op een normale manier doorgang vinden.
Van Grembergen-Hoste zaten er bij de start van reeks één meteen goed bij, maar pech weerhield hen van een topklassering. Delmotte en Valcke, die enkele ronden de kat uit de boom keken, stootten onhoudbaar door naar de kop, en wonnen de heat overtuigend voor de broers Moenaert, die de jongste weken steeds meer in de frontlinie te vinden zijn. Hetzelfde kan gezegd worden van Bjorn de Schuyter en Mathis Lareu die zich onderweg vast reden in een berm, maar zich daarna nog terug knokten naar plek drie. Ook voor de mannen in vorm Bert Soetaert en Loïd Bekaert verliep de race niet vlekkeloos. Ze verzeilden in de openingsfase helemaal in de achterhoede, en moesten alle zeilen bij zetten om nog te remonteren tot op plek vier, voor de broers Mathias en Fredje van der Voorden die in een sprintje met Merreel-van Mol , de B-klasse wonnen.
Na de pauze waren de Oostenrijkers Weiss-Schneider de verrassende kopstarters van dienst , met Prümmer, Prunier, Vanluchene en Wilkinson als dichtste achtervolgers. Winnaars van heat één, Hermans-van den Bogaart kwamen pas rond plek tien uit het startgewoel. Met Lielbardis was het nog erger gesteld : In het geharrewar in de eerste bocht werd zijn achterste remschijf geruïneerd en moesten de Letse boys verder zonder achterrem. Vanluchene en Musset stootten in twee ronden door naar plek twee, en begonnen meteen te knagen aan de zes seconden achterstand die Benny Weiss reeds bijeen had gefietst. Dàt ging aanvankelijk vrij moeizaam, maar na een goeie tien minuten had de regerende wereldkampioen het gat zo goed als volledig gedicht. Ondertussen waren Hermans en van den Bogaart opgerukt naar plek vier , nà Prümmer-Steegmans, maar toen sloeg een steen de stekker van de noodstop uit het contact, waardoor ze terug twee plaatsen verloren.
Ietsje voor één uur stelden de vier topfavorieten voor de wereldtitel 2025 zich netjes naast mekaar op aan het starthek. Vanluchene die de pole-position had ging langs de binnenkant staan, en kreeg respectievelijk Hermans , Lielbardis en Prunier naast zich. De vier heren en hun respectievelijke bakkenisten werden echter een neus gezet door Tim Prümmer en Jarno Steegmans , die als eersten aan de wedstrijd begonnen. Hermans-vd Bogaart, de broederparen Leferink en Prunier en Sanders-Vincent volgden in het spoor. Vanluchene-Musset lagen op plek zes, de Lielbardis-bros op negen, net voor D. Willemsen & M. Gabor. Van Daele-vd Putten die bij de start ietsje te ver naar buiten door schoven, kwamen in de eerste ronde heel even ten val, en konden pas als negentiende hun weg vervolgen.
Vooraan stelden Hermans & van den Bogaart in de derde ronde orde op zaken, en maakten hun titelambities kenbaar. Het Hollandse duo verdrong Prümmer van de koppositie, en reed vanaf dan een eenzame race die winnend werd afgesloten. De Franse Prunier-broers namen halfkoers de tweede plek over, maar koploper Koen Hermans was toen al uit het zicht verdwenen.
Ook onze man in het veld met het roze hoedje is van de partij in Kramolin. Op en af de Boheemse bergen , tien keer op een dag, bepakt met fototoestellen en lenzen , het is een fluitje van een cent voor Braïn. Zijn prachtige foto's van de kwalificaties zijn te bewonderen bij de gele knop 'Lees meer'.
Na de verzopen editie van vorig jaar in Kramolin, toen er op zaterdag zelfs helemaal niét werd gereden – scheen de zon nu volop boven het prachtige Boheemse natuurschoon.
Achtendertig equipes hadden zich aangemeld voor deze WK-opener , zodat er op zaterdag alvast moest geknokt worden om een startplekje voor deze Grand Prix af te dwingen.
In kwalificatiegroep A waren het de broers Prunier die de kopstart pakten, voor de linkse bakken van Brett Wilkinson en Jake Brown, en de eveneens goed gestarte Davy Sanders. Na een paar bochten kwam Prunier echter al tot stilstand, waarbij ook onze landgenoot Sanders een vijftal plaatsen verloor. Wilkinson & Millard schoven door naar de kop, wereldkampioen Vanluchene – bij wie er vandaag meer gesleuteld dan geraced werd – kwamen pas rond de zesde plek uit het startgewoel. Na de lange snelle afdaling en de beneden-sectie, waren het tot ieders verbazing toch Vanluchene & Musset die als eersten weer naar boven klauterden , en in de daarop volgende rondes een kleine voorsprong bijeen fietsten die ze daarna niet meer afstonden, en tenslotte juichend als winnaars de finish overschreden. Iets voor halfkoers namen de Franse Prunier-broers plek twee over van Wilkinson, maar het kloofje van vijf seconden op koploper Vanluchene dicht rijden, dat lukte niet.
Komend weekend gaat in Tsjechië het WK 2025 van start. De onlangs gepubliceerde startlijst onderging reeds flink wat wijzigingen, en vooral in Belgische hoek vielen er de afgelopen weken flink wat klappen. Zowat de helft van de aangemelde Belgische deelnemers zullen er niet bij zijn straks in Kramolin !
Robbe de Veene, één van Belgisch’ toptalenten als co-piloot in de zijspancross, liep drie weken geleden in een Franse kampioenschapswedstrijd bij een onschuldige valpartij , inwendige verwondingen op die bij nader inzicht erger bleken als eerst verwacht. De Veene werd de zondagnacht nog in Frankrijk geopereerd aan een gescheurde nier, verbleef daarna nog tien dagen in het ziekenhuis terplaatse, en is ondertussen thuis aan het revalideren. Zijn vaste rijder Thom van de Lagemaat doet in Kramolin een beroep op de Duitse kampioen van 2024 Justin Blume als bijrijder.
Ook Niki Debruyne, co-piloot bij noorderbuur Sven Wisselink zal er niet bij zijn in Kramolin. Debruyne kampt met een knieblessure, opgelopen tijdens een ONK-wedstrijd, en moet aldus de eerste WK-wedstrijden vanaf de zijlijn aanschouwen.
Ook geen Kim de Cock en Stijn de Vylder straks in Tsjechië
Het wereldkampioenschap zijspancross 2025 wordt niet meteen het langste uit de vijfenveertigjarige geschiedenis van dit WK . Met slechts negen wedstrijden is er weinig of geen ruimte voor misstappen. Wie wereldkampioen wil worden zal dus negen weekends bij de pinken moeten zijn. Het is overigens niet de eerste keer dat het WK slechts negen races telt. Halverwege de jaren negentig waren WK-seizoenen van tien wedstrijden geen rariteit en in 1995 (Führer-Käser behaalden toen hun derde wereldtitel) telde het WK , net als dit jaar, ook slechts negen wedstrijden. Niets nieuws onder de zon dus.
Een korter seizoen betekent ook een budgetvriendelijker seizoen, en dat is dan de positieve kant van het verhaal . Misschien wordt minder wedstrijden op die manier wel synoniem voor een opnieuw stijgend aantal deelnemers in 2025 ?
Aan kandidaten voor de wereldtitel alvast geen gebrek . En het zou al héél gek moeten lopen als dat niemand uit de top vijf van vorig jaar zou worden !